Overdenking september 2014

Overdenking september 2014
Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaadbetichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers  vervolgden ze vóór jullie de profeten. (Matteüs 5: 11 – 12)
 
Lezen: Matteüs 5: 1 - 12
 
De bovenstaande tekst kwam de afgelopen weken vaak bij mij boven. Een bijzondere tekst, maar ook een moeilijke tekst. De laatste weken zijn veel verschrikkelijke dingen gebeurd. De vliegramp in de Oekraïne, waarbij bijna 200 landgenoten om het leven zijn gekomen, heeft velen diep geraakt. Er is een dag van nationale rouw geweest. Op dat moment werden wij allemaal bepaald bij de oorlog en het geweld dat er in deze wereld plaatsvindt. Het kwam allemaal een stuk dichterbij, nu mensen uit ons eigen land erbij betrokken waren. Voor sommigen van ons waren er bekenden bij. De dag van de ramp verbleef ik zelf met een groep mensen in Albanië. Adrie Brouwer, één van de deelnemers uit onze groep, vertelde dat haar broer naar Australië zou gaan. Omdat de vlucht vol was, ging hij een week later. Anders was ook hij met de rampvlucht mee geweest. Dat maakt je even stil.
 
Deze verschrikkelijke ramp heeft te maken met de spanningen tussen Rusland en Oekraïne. Toch nog een beetje ver van ons bed, ondanks de Nederlandse slachtoffers en de problemen met onze export.
 
Wat mij eerlijk gezegd nog veel meer raakt, zijn de gewelddadigheden tegen christenen. Dit gebeurt op verschillende landen in deze wereld, soms incidenteel, soms georganiseerd. Sinds ik christenen uit Oost-Europa (ook in Oekraïne), Balkan, Afrika en Azië heb ontmoet, voel ik mij veel meer verbonden met alle christenen wereldwijd. Daarom raakt het geweld tegen christenen ook zo sterk. Ik voel mij met hen verwant. Steeds meer besef ik: dit had ook met ons kunnen gebeuren. Het is voor mij werkelijk niet te begrijpen dat wij in vrede en veiligheid in ons land kunnen wonen. En wat ik nog veel minder kan begrijpen is, dat al het leed van geloofsgenoten elders in deze wereld langs ons heen lijkt te glijden.
 
De laatste weken is Irak in het nieuws. Het geweld van IS (ISIS) is gruwelijk. Er wordt veel gemarteld, er zijn al heel veel doden gevallen. In de hele wereld is verontwaardiging te horen. Het geweld van ISIS is niet uitsluitend tegen christenen gericht. Ook andere groeperingen lijden onder dit geweld.
 
Als ik de berichten hoor, voel ik mij verontwaardigd, boos, machteloos. Maar wat kan ik doen? Alleen bidden tot God om uitkomst. Voor mijn broeders en zusters, die ik weliswaar niet persoonlijk ken, maar met wie ik mij wel verbonden weet door mijn band met Jezus Christus.
 
Als ik dan bovenstaande tekst lees, schuurt het. Hoezo: ‘Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij vervolgen’? Zijn de christenen in Irak gelukkiger dan wij in Nijega, Opeinde en de Tike? Ik ben benieuwd wat u hier van denkt.
 
Ik ga niet proberen om op deze vraag een antwoord te formuleren. Wel een paar gedachten. In de eerste plaats zegt de Bijbel dat het volgen van Jezus vaak lijden met zich meebrengt. Leest u bijvoorbeeld ook: 1 Petrus 3:13–18; 4:12–19. 
Jezus heeft voor ons geleden. De apostelen beschouwen het als een voorrecht om net als Jezus te moeten lijden. Wij lezen hierover in het boek Handelingen, maar ook in verschillende brieven van Paulus.
Niet voor niets hebben veel christenen het kruis aanvaard als het belangrijkste symbool voor hun geloof. Een kruis is een martelwerktuig. Het verwijst naar een gruwelijke dood. In de eerste drie eeuwen van onze jaartelling zijn er veel christenvervolgingen geweest in het Romeinse Rijk. Christenen herkenden elkaar aan het teken van de vis. Dit symbool verwijst naar Jezus Christus, Gods Zoon, onze Redder. In onze tijd ervaren veel moslims die christen worden veel lijden vanuit hun familie. Zijn wij bereid om te lijden voor ons geloof? Of zijn wij zo verwend dat wij niet meer bereid zijn om ons luxe leventje op te geven voor onze Heer? Lijden om de persoon van Jezus Christus is van alle tijden. Ik noem een voorbeeld uit de begintijd van de kerk: een zakenman werd uit het gilde gestoten omdat hij niet kon deelnemen aan een doodgewoon zakendiner. Het begon namelijk met het sprengen van een kop wijn op het altaar van de huisgod.
 
Zo’n man kwam bij Tertullianus met de vraag: ‘Wat moet ik doen? Ik moet toch leven?’ Tertullianus antwoordde met de nuchtere tegenvraag: ‘Moet dat dan?’
 
Lijden en geloof houden verband met elkaar. Maar ook het uitzicht op de beloning in de hemel, die Jezus heeft beloofd. Hoe sterk is onze band met Jezus? Hoe sterk is onze onderlinge band? Als christenen wereldwijd?
 
De eerste christenen herkenden elkaar aan het teken van de vis. Het verwijst naar Jezus Christus, die onze Verlosser is. Nog steeds wordt dit symbool veel gebruikt. Het kruis is vanaf het begin een algemeen christelijk teken. Het verwijst naar het lijden, sterven en opstanding van Jezus.
Wat mij betreft mag daar het nasrani teken bijkomen.
 
Dit teken lijkt wel een beetje op een smiley, maar het is de Arabische letter N. Die letter staat voor ‘nasrani’, de naam die moslims gebruiken voor christenen. Christenen in Mosul waren door ISIS voor de keuze gesteld: moslim worden, vluchten met achterlaten van al je spullen of de dood.
In Nederland gebruiken veel christenen dit teken om hun verbondenheid met christenen in Syrië en Irak aan te geven.
Dit brengt mij tot deze vragen: Wat doen wij met het lijden in de wereld? Wat betekent het, dat wij in onze eigen land nauwelijks lijden vanwege ons christen-zijn? Van wie zijn wij: behoren wij deze wereld toe of zijn wij van Christus? Welke zaligsprekingen (Mat. 1: 1-12) zijn op u of jou van toepassing? Stof tot nadenken.
terug