Overdenking oktober 2018 Overdenking oktober 2018
OVERDENKING
‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer,
‘ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’
Openbaring 1:8

Deze en volgende maand staat het boek Openbaring op het rooster van de kindernevendienst. Nu zal niet alle keren de lezing uit Openbaring aan de orde komen in de diensten vanwege bijzondere diensten en gast-voorgangers. Wel is het de moeite waard ons wat nader te verdiepen in hetgeen dit boek te bieden heeft.

De keuze voor deze lezingen past bij de tijd van het kerkelijke jaar waarin wij aanbelanden: de herfsttijd op weg naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar in november. Klassiek heet dit de tijd van de voleinding. We staan dan stil bij de bijbelse lijn dat deze tijd en wereld eens voleindigd worden. Wij leven nu nog in een tijd op weg daar naar toe.

De Bijbel kent verschillende beelden en omschrijvingen van deze toekomst, bijvoorbeeld het Koninkrijk van God dat komt. Vanuit het Oude Testament kennen we dit als ‘de dag van de HEER’ waarover de profeten veelvuldig hebben gesproken in Gods naam.

Aspecten van oordeel en behoud zijn beide aan de orde. Het is niet om het even wanneer deze dag zal aanbreken. Hoe wij staan in ons geloof doet ertoe. Jezus haakte in zijn rede over de laatste dingen aan bij deze noties uit het Oude Testament. Ook in zijn woorden vinden we die aspecten van oordeel en redding.

Dit woord van Jezus is hier bij te bedenken: ‘Wie zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader’ (Mar. 8:38). Deze woorden van Jezus ademen een sfeer die ook in Openbaring aanwezig is. Ze hebben betrekking op de voleinding van deze wereld en tijd. Aangezien dat een werkelijkheid is die niet te vatten is in woorden en beelden die wij kennen in onze dagelijkse werkelijkheid wordt gebruik gemaakt van beelden die deze werkelijkheid overstijgen. Zo ontving Johannes zijn openbaring in visioenen.

Deze visioenen laten zien dat deze wereld, de geschiedenis en de tijd niet als een nachtkaars zullen uitgaan en verdwijnen. God laat de werken van zijn hand niet los. Maar ook de duivel laat een laatste mogelijkheid niet onbenut. De felheid en intensiteit van de confrontaties op weg naar de voleinding zijn zo te begrijpen. De kerk en de gelovigen lijken soms een speelbal in deze confrontaties te zijn. Met name de vervolging van de kerk en de gelovigen in de dagen van Johannes lijken dit vermoeden te bevestigen. Teneinde de gelovigen niet in verwarring en onzekerheid te laten, heeft Johannes zijn openbaring ontvangen.

Als fundamenteel woord staat de tekst uit Openbaring 1:8 vooraan. God is de alfa en de omega, het begin en het einde. Hij omvat dus de tijden: van voor het begin tot na de voleinding. Niets of niemand valt buiten Hem. Hij is de dragende grond in Jezus Christus, het Lam van God dat de zonde van de wereld heeft weggenomen. Deze zekerheid begeleidt ons als troost op weg naar de voleinding.

Ds. J.F. Mol
terug