Overdenking november 2022 Overdenking november 2022

Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ 14Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’
(Exodus 3:13-15 NBV 21)

Als jouw naam klinkt…
Als je iemand voor de eerste keer ontmoet is meestal de eerste vraag:” Wat is je naam”? En het is fijn als mensen je naam onthouden. Een naam wordt met zorg gekozen. Het kan een betekenis hebben. Misschien draagt u/draag jij wel de naam van grootouders. Of heeft u/heb jij een Bijbelse naam of een naam waarover uw/jouw ouders kunnen vertellen waarom ze juist die naam gekozen hebben. 
Als we iemand verloren hebben aan de dood, dan wordt zijn of haar naam steeds minder vaak genoemd. Misschien weten we soms niet zo goed hoe we daar mee om moeten gaan. Maar wat is het fijn als iemand de naam van je overleden partner, ouder, of kind noemt. Al is het maar even: “Hij hield ook altijd zo van wandelen he”? Of: “wat maakte je moeder altijd lekkere soep”.  Om maar wat eenvoudige voorbeelden te noemen. Namen houden mensen levend in onze gedachten en onze gesprekken. En als iemand er dan soms even wat verdrietig van wordt dan is dat niet per se erg. Dat is goed, zo mag het toch zijn. 
Want Leven met het verlies van een dierbare is iets voor de rest van je leven. Voor ieder mens is het persoonlijk maar uit gesprekken met mensen die een dierbare verloren hebben, een partner, een kind, een ouder, vriend of vriendin, familielid,  blijkt dat het voor ‘omstanders’ soms best moeilijk is om om te gaan met verlies dat al langer geleden is. 
Maar wat is nu een jaar, wat is nu 3 jaar, 5 jaar, of zelfs 10 jaar of langer, als je een dierbare moet missen? “Ik zou zo graag nog willen dat mensen zijn of haar naam nog eens noemden, hij of zij hoort nog zo bij ons leven”,  hoor je dan weleens.
We kunnen beter een keer teveel vragen hoe het nu gaat dan te weinig. Iemands naam nog eens noemen, een herinnering ophalen, het doet soms zo goed!
In deze novembermaand zullen in onze kerken de namen klinken van hen die het afgelopen jaar overleden zijn. Voorafgaand aan de eeuwigheidszondag gaan de zondagen van de voleinding die ons wijzen op de toekomst van God. De voleinding zal komen, Gods nieuwe Hemel en Gods nieuwe Aarde zijn onze toekomst, en de toekomst van dierbaren die ons zijn voorgegaan. Samen delen we in die toekomst. 
En de namen van hen die zijn overleden, van onze dierbaren, mogen onlosmakelijk verbonden zijn met de naam van God. Die Hij ons zelf bekend heeft gemaakt. In Zijn woord, aan Mozes, aan vele anderen. Maar ook aan ons. 
De naam van God, Ik zal er zijn.  
God draagt die naam met kracht en waarheid. Mozes mocht met die naam van God op weg. 
Wat een bijzondere naam voor een God! Niet een naam die onderdanigheid vraagt of macht uitstraalt. Zoals vele koningen, farao’s en machthebbers dat juist wél graag willen. 
Nee, de naam van God bevat enkel en alleen een geschenk, een belofte.  Zo stelt God zich aan mensen voor. 
Dat dat, in namen die wij noemen van dierbaren die wij moeten missen, hardop of misschien wel elke dag meerdere malen in onze gedachten, u, jou en mij, tot Troost en Bemoediging mag zijn. 

Als jouw naam klinkt, 
Zie ik even hoe je liep en wat je zei. 
Wat er altijd is gebleven 
van jouw leven diep in mij.
Als jouw naam klinkt, 
stroomt er water uit mijn ogen, door mijn ziel. 
Onze dromen, plan voor later, tijd die in het water viel. 
Nu jouw naam klinkt, komt tot leven
hoe jij mij hebt meegemaakt, 
mee geschapen, mij gegeven, 
mijn bestaan hebt aangeraakt. 
Nu jouw naam klinkt, 
wacht ik onder onze levens eens een hand.
Ook al voelt nu alles zonder, 
God brengt ons weer in verband.
 

Michiel de Zeeuw

Renate de Vries-Martini

terug