Overdenking mei 2015
Overdenking mei 2015
Overdenking: bad, bed en brood Lezen: Ruth (hele boekje) Op het moment dat ik dit schrijf, is het spannend in de politiek. De regering is tot op het bod verdeeld over de kwestie “bad, bed en brood”. Ik hoop van harte dat er inmiddels een goede oplossing is gevonden, ook voor de vreemdelingen in ons midden. Op hetzelfde moment ben ik bezig met de voorbereiding op de kerkdienst “kerk, school, gezin”. Een dienst, gericht op de schoolkinderen, hun gezinnen en de hele gemeente. Het zal deze keer gaan over Ruth. Eén van de mooiste verhalen uit de bijbel. Ik noem een paar dingen uit dit verhaal. Het begint in Betlehem. ‘Broodhuis’ betekent dit. Maar het maakt zijn naam niet waar. Er is hongersnood. Zo’n grote hongersnood, dat het gezin van Elimelech (mijn God is koning) en Naomi (mijn lieflijke) vlucht naar Moab. Een vijandelijk volk, een bastaardvolk. Een volk dat is ontstaan op een uiterst dubieuze manier. Lees Genesis 18 en 19 er maar op na. Hier vindt het gezin van Elimelech een nieuwe toekomst. Het lijkt erop, dat ze zich hier definitief willen vestigen. De zonen van Elimelech en Naomi trouwen met Moabitische meisjes. De beide meisjes, Orpa en Ruth, trouwen dus met allochtonen. Dan komt er groot verdriet in de familie: Elimelech en zijn zonen, Machlon en Kiljon, sterven. Drie weduwen blijven achter: Naomi, Orpa en Ruth. Naomi besluit om terug te keren naar haar eigen land. Orpa en Ruth gaan aanvankelijk mee op weg. Op aandringen van Naomi keert Orpa weer terug. Maar Ruth is vastbesloten om mee te gaan. Zij spreekt dan de indrukwekkende woorden: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden!’ (Ruth 1: 16, 17) Ruth gaat mee naar Betlehem. Naomi laat zich voortaan liever Mara noemen, Bitterheid. Nu is Ruth de allochtoon, de vreemdeling. Hoe gaat Gods volk om met iemand uit dat verachte volk Moab? In Betlehem ontmoet Ruth Boaz, een familielid van haar overleden man. Boaz zorgt voor Ruth en haar schoonmoeder en hij trouwt met Ruth. Uiteindelijk word Ruth zo de overgrootmoeder van koning David. Het is de moeite waard om dit boekje eens in één keer te lezen. Het past ook prima bij de tijd van het jaar. In het Jodendom is het de gewoonte om bij het Pinksterfeest dit boekje te lezen, het is één van de feestrollen. Als je gaat lezen, vraag je dan eens af: Hoe ga je om met familieleden die in armoede terechtgekomen zijn? Ruth was een Moabitische. Reden genoeg om op haar neer te kijken. Ruth leert ons dus ook een beetje wat het betekent om vreemdeling te zijn. En ook over hoe wij met vreemdelingen om horen te gaan. Jezus heeft een keer een prachtig verhaal verteld, dat hier ook mee te maken heeft: Lucas 10: 25 – 37 Ik hoop dat onze politici een bijbel hebben en deze verhalen ook kennen. En wijzelf? Wat betekent het verhaal van Ruth voor de kerk van Jezus Christus? In onze omgang met onze naaste, maar ook in onze omgang met God. Ruth zegt niet alleen: “uw God is mijn God”, maar ook: “uw volk is mijn volk”. Welke consequentie verbinden wij hier aan? Zou je het woord ‘volk’ mogen vervangen door ‘kerk’? En wat doet de kerk? Wat zijn wij rijk dat wij een Bijbel hebben met zulke prachtige verhalen. Dat de Bijbel een geweldig boek is, hoef ik niet te noemen, dat weten wij allemaal. Dat wij dagelijks uit de Bijbel lezen en ernaar leven is vanzelfsprekend in de gemeente van Christus. Nietwaar? | ||
terug | ||