Overdenking maart 2015 Overdenking maart 2015
1 Thessalonicenzen 5: 17
 
Bid onophoudelijk
 
Laat ons bidden
Iedere zondag komt de gemeente bij elkaar, onder anderen om te bidden. Graag wil ik op dit moment het gebed onder uw aandacht brengen. Er gebeurt veel in de wereld. Op catechisatie hebben wij met elkaar gesproken over het EO programma ‘Rot op naar je eigen land’. Wij zijn diep onder de indruk geraakt van de problematiek van de vluchtelingen. Hoeveel vluchtelingen er op dit moment zijn, weet niemand. De schattingen beginnen bij 53 miljoen, maar het zouden er nog wel meer kunnen zijn. Het leed is onvoorstelbaar.
Wij hebben een paar weken geleden in een kerkdienst aandacht gehad voor de vervolgingen vanwege het geloof. Wij zijn er toen achter gekomen dat vervolging vanwege het geloof niet nodig is. Als je maar je mond houdt.
 
Wat doen wij?
Ik zag de volgende rouwadvertentie van Amnesty International


 
Hoe wij ook over het Nederlandse asielbeleid denken, wij leven hier niet op een eiland. Feit is, dat wij in één van de rijkste landen ter wereld wonen. Feit is ook, dat wij weinig of geen last hebben van vervolging vanwege ons geloof. Die beide feiten scheppen verantwoordelijkheid. Om te beginnen: gebed.  Helaas krijg ik de indruk dat in onze gemeente gebed geen speerpunt is. In de bijbel lees je veel over het gebed. Voortdurend lees je, dat Jezus de eenzaamheid zoekt, om alleen te zijn met God, om te bidden. Van de vroege kerk lees je, dat ze bij elkaar komen om te bidden. Bijvoorbeeld de keer dat Petrus gevangen genomen werd (Handelingen 12).          De gemeente bleef toen vol vuur bidden tot God. (Hand. 12: 3). Er was een groot gezelschap bij elkaar gekomen om te bidden (Hand. 12: 12).          Heeft bidden zin? Jacobus schrijft: Het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet (Jac. 5: 16).   Mijn vraag is: hoeveel bidden wij in onze gemeente? Soms lijkt het wel, alsof wij zoeken naar mogelijkheden om niet te hoeven bidden, in plaats van te zoeken naar mogelijkheden om wel te bidden. Voor wijkouderlingen en wijkmedewerkers geldt: je bent niet verplicht om te bidden. Bij opening en sluiting van bijeenkomsten: wie niet wil bidden leest een gedicht. Gebedskring: “wij bidden thuis wel”. Zodoende komen op de gebedskring weinig mensen. Vraag: als de gebedsbijeen-komst wordt gehouden, bidt dan inderdaad de hele gemeente op dat moment thuis mee?
Bidden is: het onderhouden van onze relatie met God. Iedereen weet, dat elke relatie onderhouden moet worden. Aan een relatie moet je werken. God is geen ‘klusjesman’, die op afroep beschikbaar is. God is onze hemelse Vader, door wie wij mogen leven.
Mijn oproep aan iedereen is, om werk te maken van onze relatie met God. Om onophoudelijk te bidden, individueel en gezamenlijk.
Bidden voor mensen op de vlucht, bidden voor de vervolgden omwille van de naam van Jezus. Om God te loven en te prijzen, Hem te danken voor onze zegeningen (tel ze eens!)                
Om voorbede te doen voor elkaar, om te bidden om groei van onze gemeente (lichaam van Christus!). Om te bidden voor ons zelf, dat wij werk maken van ons geloof. Door dienstbaar te zijn voor God, voor de gemeente, voor de wereld.
Dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u. (1 Thess. 5: 18, 28).
 
terug