Overdenking februari 2022
Overdenking februari 2022
Geen hart van steen maar een steen met een hart Voeg u bij Hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel om een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. ( 2 Petrus 4,5) Niets is zo koud en zo dood als een steen, zou je toch denken. En juist stenen worden gebruikt als metafoor voor de gemeente van Christus, de kerk. In de tijd van de Bijbel waren de stenen waarmee werd gebouwd natuurlijk niet zoals ze vandaag de dag zijn. Gebouwen bestonden uit stenen die bij elkaar werden gezocht, of van met de hand gevormde en gebakken stenen. Voor de hoeksteen van een gebouw was een bijzondere steen nodig. Petrus schrijft in zijn rondzendbrief, die dus bestemd is voor alle Christelijke gemeenten (en natuurlijk daarmee ook voor onze Gereformeerde en Hervormde gemeentes) over deze Hoeksteen. Het is goed te weten dat in de Bijbel de Hoeksteen alleen gebruikt wordt als een metafoor. In psalm 118: 22 staat: “ De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden”. Waarschijnlijk was dit vers een bekende zin, we zouden kunnen zeggen een spreekwoord. En Jezus zelf gebruikt ook deze woorden in de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters (Lucas 20: 17). Jezus zelf is de Hoeksteen door God uitgekozen maar door de mensen verworpen. Op deze steen wil God Zijn Koninkrijk bouwen – en wij mogen in dit bouwwerk de Levende Stenen zijn. Dat vind ik altijd een mooi beeld. Levende stenen. Allemaal verschillende stenen. Groot, klein, hoekig of juist zacht. Ze staan voor zoveel verschillende mensen. Niemand is onmisbaar. Het kleinste steentje kan net een gaatje vullen waar het anders doorheen tocht. Stenen worden naast elkaar geplaatst. Misschien op een plek die je zelf niet had uitgekozen, of naast een steen die heel anders is dan jij. Maar dat is hoe de Bouwer het heeft bedoeld. Welke gedachten, vragen maar ook bemoediging roept dit Bijbelse beeld bij u en jou op? In deze tijd staan wij als kerken voor grote uitdagingen. Er lijken gaten te vallen in ons bouwwerk, de kerk. We lijken stenen te missen. Of zijn onrustig over hoe we verder moeten en kunnen gaan bouwen. Nu we weer “open” mogen na een lange lockdown willen we weer zo graag 4 verder. Er is zoveel te doen, zoveel waar we naar verlangen. Maar waar gaan we beginnen? Hoe pakken we het aan? Er zijn vacatures, mensen nodig, om ontstane ruimtes op te vullen. Vragen die mij bezig houden en ook vast u en jou. Het is belangrijk dat we niet onrustig worden maar de rust gaan zoeken. En teruggaan naar de basis, zoeken naar onze juiste focus. Herkennen we de net gestelde vragen in de Bijbel? Gaat het daar over gaten in het bouwwerk, niet genoeg stenen, of een dak wat nog niet af is? Nee, hierover lezen we niets in de Bijbel. Het gaat er niet om dat er te weinig stenen zijn. We lezen ook niet over een gebouw dat “af” is. Er wordt zelfs niet gesproken over een dak. In het Oude Testament, als het volk het Loofhuttenfeest viert geeft God zelf aan dat het dak van de loofhut, een dak moet zijn waar je de sterren doorheen kunt zien. Een open dak, want God zelf is het “dak”, Zijn Zegenende handen zijn boven ons. En het kerkgebouw van God is nooit af. Dat is namelijk ook niet de bedoeling. Het is niet statisch, maar in beweging. En het richt zich ook niet op de lege plekken die er zijn. Nee, het kerkgebouw van God gaat over Levende stenen. Niet koud, niet statisch, maar warm, in beweging, met een hart, het liefst van, spreek-woordelijk, goud. En ons laten gebruiken als levende stenen voor de bouw van de Geestelijke tempel. Dat is de opdracht. In deze Geestelijke tempel worden offers gebracht die God graag ziet. Welke offers, die wij mensen kunnen brengen, ziet God graag? Dankoffers en offers waarmee we voorbede doen – oftewel: ons contact met God middels het gebed. Ons bewust zijn van Gods betrokkenheid op ons leven. En geestelijke offers voor God is ook het naleven én voorleven van het Grote gebod: God liefhebben en je naaste als jezelf. Zorg dragen voor je naaste. In dank en voorbede maar ook concreet, waar mogelijk. Een ieder van ons op zijn of haar eigen manier. Naar hoe je bent gemaakt en welke mogelijkheden je hierin hebt. Daar waar wij zijn als Christenen, daar is “de kerk”. We vertegenwoordigen “de kerk”. In huis, op ons werk, op school, in de buurt, in het tehuis waar we wonen en ga zo maar door. Want “de kerk” dat betekent “van de Heer”. Waar wij zijn als Christenen mogen wij als Levende stenen Gods aanwezigheid vertegenwoordigen. Als we daar beginnen, of als we zo leven beter gezegd, dan bouwt God daarmee Zijn kerk, Zijn gemeente. Dat vraagt van ons vertrouwen en navolging. Focus op het bouwen aan de Geestelijke tempel door zelf een Levende steen te zijn. En het bouwen, vormgeven, aan God zelf overlaten. Dat is een uitdaging. In een tijd waarin het kerkgebouw steeds leger lijkt en steeds minder gebruikt wordt. 5 Hoe kunnen we ons kerkgebouw nog meer inzetten om functioneel een plek van Levende stenen te zijn? Laten we dan kijken welke kansen en mogelijkheden hier liggen. Niet alleen voor onszelf als gemeente maar ook daarbuiten. Tot slot om over na te denken: stel dat wij als kerken in Nederland, maar ook concreet hier in onze dorpen, onze kerkgebouwen zouden verkopen? En er dus “alleen” Levende Stenen (wij dus met elkaar) over zouden zijn? We aangewezen zijn op elkaar en elkaars huizen? En we met elkaar in de eerste plaats eensgezind volgelingen van Jezus zijn? (Want zo is het natuurlijk). In de tijd van Handelingen 2 , de eerste gemeenten, was dit realiteit. Er was maar 1 tempel, in Jeruzalem. Verder waren er toen nog geen kerken, of synagogen. Die kwamen pas later. En mensen kwamen samen in elkaars huizen, of op plaatsen in het veld. Jezus spreekt in of bij de Tempel, maar ook vaak aan het meer, of in het open veld, bij mensen thuis of op een berg. Mensen komen samen op plaatsen die er al zijn. Maken gebruik van de Herberg om samen te eten, huren een bovenzaal om Pesach te vieren, komen eens per maand samen aan het meer om elkaar te ontmoeten en het leven te delen - en ga zo maar door. Voor de een is de vraag om zonder kerkgebouw verder te gaan misschien wel een hele rare, misschien zelfs stuitende vraag. Onvoorstelbaar. Terwijl het bij de ander wellicht creativiteit of verlangen oproept. Hoe het ook is, laten we verlangen naar een kerk van Levende stenen met een hart waarin het gaat om Jezus Christus , die onze hoeksteen is, navolgen in woorden en in daden. In het vertrouwen dat God zorgt en geeft, dat wat wij nodig hebben. Persoonlijk en als gemeentes van Christus. Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde. Vergeefs is het dat je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood – Hij geeft het zijn lieveling in de slaap. (psalm 127: 1,2) Renate de Vries-Martin | ||
terug | ||